Er is veel moois te zien in Nederland-Keukenland. Een slenterend consumentenrondje in elke willekeurige showroom levert een breed inzicht op in slimme nieuwe functionaliteiten, met geweldige koppelingen naar The Internet Of Things. En, het enthousiasme wordt groter want laten we ook niet vergeten dat er een continue wow-factor is. Dan heb ik het over het verrassende design, dat steeds maar weer in nieuwe verschijningsvormen wordt gepresenteerd. Wat wil een mens nog meer? Ik zou elk jaar wel een nieuwe keuken kunnen kopen. Ja, zo hebberig ben ik wel.
Maar het komt er maar niet van. Niet eens één keer. (Want, ik ben wel degelijk toe aan een spiksplinternieuwe keuken).
Er is namelijk één ding dat mij tegenhoudt om die nieuwe (droom)keuken aan te schaffen. Het heeft iets met die ‘hebberigheid’ te maken. Want, ik ben he-le-maal klaar met die eeuwigdurende levertijden. Als ik in een offerte lees dat “naar verwachting de keuken geleverd kan worden medio 2023”, dan haak ik af. Ik heb geen zin om te wachten en het risico te lopen dat het toch “eind 2023 of begin 2024” wordt.
Laat ik benadrukken dat ik geen enkel verwijt neerleg bij de innoverende keukenfabrikanten en de hardwerkende keukenshowrooms. Natuurlijk snap ik dat zij afhankelijk zijn van andere schakels in de keten. Ik begrijp echt dat veel (alles?) in de tijd moet worden opgeschoven omdat er bijvoorbeeld een bevoorradingsschip overdwars ligt in het Suez-kanaal. En, wat te denken van de geopolitieke crisis? Zal Duitsland wegens energiegebrek een deel van de productie platleggen? En, wist u dat we in een systeem verkeren waarbij er hier geen werkende ijskast is, zonder de hulp van China.
Maar ik heb er als consument geen zin meer in. Het is al een gotspe dat ik een half jaar op mijn nieuwe auto moet wachten, als het niet langer is. Ook is het schrijnend dat ik mijn klusjesman – voor de simpele dingetjes thuis – vijf maanden van tevoren moet boeken.
Een fikse frustratie dus. Ik geef het toe. Om me heen horend, verneem ik diezelfde ergernis. De lange levertijden zijn voor onze hebberigheid een doorn in het oog, waardoor mensen afhaken. Dan maar geen nieuwe keuken.
Leuke discussie had ik laatst trouwens. Of ik méér zou willen betalen (voor een keuken) als de levertijd met de helft of meer verkort zou kunnen worden. Mijn antwoord was: ‘Ja’.
Maar in de huidige economische modus is dat een Mission Impossible. En daarmee beland ik bij de essentie van dit stukje proza. Want, als we met z’n allen – als consument – zo veel wensen blijven hebben, kunnen we dan wellicht de keten anders inrichten om daadwerkelijk tegemoet te kunnen komen aan die collectieve hebberigheid? Bijvoorbeeld de productie dichter bij huis? De focus op ‘Made in Holland’? Dus, substantieel méér eigen regie en minder afhankelijkheid van elders?
Dit alles zou geweldig zijn, want het creëert een garantie voor omzetbehoud én meer klanttevredenheid in de branche. Immers, de snelle hebberigheid van de consument is een blijvertje. En, ook ík hoef dan niet meer eeuwigdurend op mijn droomkeuken te wachten.